KUNSTPROJECT
Verkorte lesvoorbereiding
Doorlopend – doe-luik
Duur 15-30 min. tijdens de starthappening, 1 lesuur tijdens de analyse-fase, 1 tot 2 lesuren tijdens de fase waarden en alternatieven, 3 lesuren tijdens de fase opinies van anderen, 3 à 4 lesuren tijdens de fase standpunt
Voornaamste leerdoelen (sleutelcompetenties, bouwstenen en eindterm nrs.)
- Cultureel bewustzijn en expressie (transversaal en vakspecifiek): uitingen van kunst en cultuur waarnemen en conceptualiseren (alle); uitingen van kunst en cultuur duiden in relatie tot de context (alle); uitingen van kunst en cultuur beleven en de waardering ervoor duiden (alle); verbeelding inzetten bij het creëren van artistiek werk (alle)
- Burgerschap (transversaal): omgaan met diversiteit (alle) ; geïnformeerd en beargumenteerd in dialoog gaan (7.7)
- Sociaal-relationele competenties (transversaal): interpersoonlijke relaties (5.5)
Benodigdheden
- Afhankelijk van de optie en scènes (kledij, schmink, tekenmateriaal, …)
Beschrijving
- In kleine groepjes zullen de lln. aan het eind van het project een rollenspel of danschoreografie uitvoeren, geïnspireerd door een of meerdere scènes uit de film. Daaraan zullen ze zowat iedere dag van de projectweek kunnen werken. Zij kunnen er ook voor kiezen om individueel tekeningen te maken die op dezelfde wijze zijn ingegeven.
- Ieder groepje kiest één of twee scènes als inspiratie voor hun deelproject. Ieder deelproject dient een of meer ‘elementen’ te bevatten alsook een oplossing of oordeel in te sluiten bij de verbeelde situatie.
- Het is in de eerste graad zeker aangewezen dat ieder groepje een coach of begeleidende leerkracht bij zich krijgt, die o.a. toeziet op het nakomen van gemaakte afspraken en taakverdeling.
- Voor een rollenspel of toneelstukje (van zo’n 15min.) wordt een script (beschrijving scènes, decor, personages + dialogen) gemaakt en enkele keren gerepeteerd. Voor zover nodig studeren de spelers de tekst ook thuis in.
- Voor een dansvoorstelling wordt een goed doordachte choreografie uitgewerkt die de vereisten (elementen en oordeel) aanschouwelijk kan brengen.
- Voor de optie tekeningen maken de leerlingen minstens 3 tekeningen bij of naar één van de scènes uit Kassablanka. Telkens eerst een potloodschets op A4 klad, daarna in verf of potlood op groter tekenblad. Bij voorkeur beschrijft de leerling ook zijn of haar motief of achterliggende reden voor de gekozen tekeningen.
- Als tweede luik kunst verzamelen de lln. foto’s of afbeeldingen van kunstwerken over/tegen racisme, die zij eventueel van enige commentaar voorzien, achteraan hun projectmap.
Evaluatie
De evaluatie gebeurt na de voorstelling tijdens het toonmoment a.d.h.v. een globaal cijfer voor opgegeven competenties.