TOONMOMENT

Verkorte lesvoorbereiding

Standpunt – kennisluik en doe-luik

Duur Hele schooldag voorbereiden, ’s avonds uitvoeren .

Voornaamste leerdoelen (sleutelcompetenties, bouwstenen en eindterm nrs.)

  • Lichamelijke en geestelijke gezondheid (transversaal):mentaal welbevinden (1.15)
  • Nederlands (vakspecifiek): Nederlands gebruiken als communicatiemiddel (2.4, 2.7, 2.8, )
  • Sociaal-relationele competenties (transversaal): interpersoonlijke relaties (5.5)
  • Burgerschap (transversaal): actief participeren aan de samenleving (7.8)
  • Leren leren (transversaal): zichzelf als lerende begrijpen (alle); geschikte leeractiviteiten, strategieën en tools inzetten (alle); leeropvattingen, -proces en –resultaten reguleren (alle); samen leerproces vormgeven (13.17); domeinspecifieke taal (13.18)
  • Ontwikkeling van initiatief (transversaal): uitvoerbaarheid van ideeën onderzoeken (15.3)
  • Cultureel bewustzijn en expressie (transversaal): verbeelding gericht inzetten (16.9)

Benodigdheden

  • Panelen en duimspijkers/kleefband
  • Grote tekenbladen
  • Projector + geluidsboxen
  • Spreekgestoelte

Lesopbouw (acties leerkrachten én leerlingen)

  • De leerkrachten leggen de bedoeling van het toonmoment uit, en zullen de leerlingen de hele voormiddag helpen met het opbouwen van een overzichtelijke tentoonstelling van het hele project. De volgende onderdelen worden ook toegewezen aan telkens één groepje leerlingen met twee ondersteunende leerkrachten:

– Panelen: aan enkele grote verplaatsbare panelen worden grote tekenbladen opgehangen, die de verschillende onderdelen van het project behandelen.

Ieder onderdeel wordt uitgewerkt door enkele leerlingen en voorgesteld door

a) de beste takenbladen

b) illustraties (foto’s genomen van de les, of tijdens de uitstap)

c) een reeks citaten uit de reflecties van de leerlingen. Richtlijnen voor de selectie van citaten: beknopte voorstelling van de inhoud van het onderdeel, kwaliteit van de les, positieve en negatieve kanten van het eigen leren, en van het leren in groep

d) de leerkrachten vullen ook de doeleinden of nagestreefde competenties aan, en maken een (algemeen) beeld van de evaluatie(s)

– PPT: op een vijf tot tiental dia’s worden door enkele leerlingen en leerkrachten een ppt voorstelling van het project gemaakt die een voordracht (van zo’n 15min.) door de lln. zal begeleiden ; de lln. oefenen ook reeds het becommentariëren van de dia’s (voordracht). In de voordracht komen het algemene doel van het project en het doel van de verschillende onderdelen aan bod, alsook wat de lln. ervan vonden.

  • Tijdens de namiddag helpen de leerkrachten de verschillende groepjes bij het afwerken en repeteren van de rollenspelen en/of danschoreografie en/of tekeningen.
  • ’s Avonds zijn de ouders, vrienden, buurt en organsiaties die meewerkten uitgenodigd op het toonmoment (uitnodiging werd voor het project verstuurd of bezorgd). In de polyvalente ruimte, refter of het grootste lokaal, staan de verschillende panelen opgesteld naast of rond de zitplaatsen, die voor het spreekgestoelte en het projectiescherm staan. De projectmappen van de leerlingen liggen open op enkele banken voor de panelen.

De agenda kan bijvoorbeeld als volgt zijn:

  • Welkom, door de directie
  • Overzicht, door de leerkracht(en)
  • Voordracht, door enkele lln. (afwisselend of met beurtrol)
  • Beste kunstproject (uitgevoerd nadat de inspirerende scène(s) uit de film Kassblanka werd(en) getoond)
  • Waarderend woordje, door één of meerdere organisaties
  • Vragen van het publiek
  • Uitnodiging tot bekijken en beoordelen van de panelen, en vervolgens een drankje, door alle lln.

Evaluatie

  • Jurering

De betrokken leerkrachten geven in overleg, rekening houdend met het oordeel van zowel organisatiese en directie, de lln. een globaal cijfer voor de opgegeven competenties bij dit toonmoment.

Enige tijd nadien worden alle evaluaties (takenbladen, reflecties, kunstprojecten, toonmoment) door de jury samengebracht en in overleg samengenomen tot eindcijfer.